One step at the time
Aan coaches en trainers worden de meest uiteenlopende eisen gesteld. Toereikende kennis van de sport in kwestie is bij lange na niet meer voldoende.
Besturen zijn zoekende naar het fameuze schaap met vijf poten. Ik heb ruim een week getoerd op de Faeröer eilanden. De naam van het land verraadt al waar ik heen wil. Faer= schaap en Oer=eiland. Op deze archipel word je overrompeld door het aantal schapen, echter ik heb geen enkele vijf poot kunnen ontdekken.
Multitasking zou het wonder woord zijn:
Organisatorisch vermogen, toekomstvisies opstellen, jaarplanning verdedigen, trainingsschema’s uitwerken, teams samenstellen, de juiste methodiek handhaven, didactisch voldoen aan de laatste pedagogische-meetlat en natuurlijk het inlevingsvermogen. Bovengenoemde zijn slechts een deel van de kwaliteitseisen die aan de coach gesteld worden en dan benoem ik nog niet eens de vele rollen die je dagelijks hebt te vervullen. Met andere woorden je wordt vaak, onbedoeld uiteraard, gedwongen om in zeven sloten tegelijk te springen. Hier mijn gedachte hoe je met droge voeten de overkant kunt halen.
We kunnen, denk ik, prima het adolescente stadium van jongleren volbrengen. Twee ballen in de lucht houden zonder dat er eentje valt. Echter een deel van ons valt af wanneer er een derde bal wordt toegevoegd.
Wanneer we in ons dagelijkse werk meerdere klussen, opdrachten en taken goed willen afronden dien je een plan te hebben, we willen immers voorkomen dat ballen de grond raken.
In mijn beleving zijn er twee manieren om te handelen:
Ik ben in de loop van de jaren veranderd van werkwijze 1 naar benadering 2. Ik werd mij bewust dat het constant kunnen/moeten veranderen van taken, hoe klein soms ook, en met iedereen langs de ijsbaan of boven in mijn “Business Club” een gesprek aangaan mijn creativiteit niet ten goede kwam. Ik bemerkte dat pas later op de avond mijn aha-erlebnissen zich voordeden. Hoe hard ik op Thialf ook mijn best deed, steeds vaker was de frustratie dat ik overdag de vinger niet op de juiste plek wist te leggen. De druk ervaren dat er altijd wel iets ad-hoc speelt en liefst direct een antwoord verdient, de verwachting dat je altijd maar “aan” moet staan en ook direct een oplossing brengt, je bent immers “de coach”. Deze manier van werken kostte meer energie dan het opleverde en minstens zo belangrijk het heeft ook niet altijd voor de beste oplossingen of antwoorden gezorgd.
De inhoud van onder andere het boek Thinking, fast and slow* heeft mij doen beslissen mijn dagelijkse werk anders in te delen.
Indien je redelijke getraind bent in het jongleren kunnen je zowel drie tennisballen, ringen als kegels in de lucht houden. Je kunt zelfs, gezien je geoefend bent, het jongleren combineren met een (makkelijke) opdracht, bijvoorbeeld een gesprek voeren met een collega over een minder zwaarwegend onderwerp. Je werkt dan voor beide handelingen meer vanuit een automatisme en jouw cognitieve deel van het brein staat op de stand-by functie. Echter wanneer je van tennisballen naar ringen overgaat of eventueel een vierde bal toevoegt heb je een aanpassingsfase nodig. Je zult merken dat het de snelheid van het jongleren vertraagt; jouw focus richt zich nu geheel op de verandering van de voorwerpen en het gesprek stagneert. Het zal tijd nemen alvorens je de extra bal of de nieuwe voorwerpen weer zonder problemen kunt laten circuleren. Je zult je collega even moeten vragen waar jullie het ook alweer over hebben gehad en dan pas kan, in het gunstigste geval, het gesprek worden hervat. Met andere woorden wisselen/veranderen kost tijd en energie, afhankelijk van zwaarte van de taak kan die tijd flink oplopen. Andersom zal je hetzelfde ervaren. Als het gesprek een serieuze wending neemt en jij meer denk-capaciteit nodig hebt om te kunnen antwoorden vertraagt de circulatiesnelheid van de tennisballen of er valt er eentje op de grond. Doordat nu éen van de activiteiten “denkvermogen” van jouw brein vraagt, jouw stand-by modus is immers veranderd in AAN, zullen beiden activiteiten daar invloed van ondervinden.
Je kunt je voorstellen dat wanneer je gedurende jouw werkdag wordt onderbroken door binnenlopende sporters, telefoontjes, een cascade aan vragen moet beantwoorden en nieuwsmeldingen op je (social media) platformen binnenkrijgt, je zowel veel tijd als energie verliest. Je zal dan, net als ik merken dat je brein pas rust heeft gekregen aan het einde van de avond. Eigenlijk op het moment dat je je moet voorbereiden op je nachtrust. Misschien dat niet iedereen het zich realiseert maar ook slaap verdient een goede voorbereiding.
Als coaches hebben we bepaalde skills die geweldig aansluiten bij de behoefte van de sporters, stafleden en (jouw) sport in het algemeen. Echter ik denk dat deze pas geoptimaliseerd kunnen worden wanneer je doet beseffen dat het schaap pas vooruitgaat wanneer hij de volledige controle heeft over al zijn poten, of het er nu vier of vijf zijn.
One step at the time is het devies.